Choose color scheme

  • Van Santé Zeeland naar Digital Health Lab

    Beste mensen,

    Tijd voor iets nieuws. Ik schreef dat twee jaar geleden op het weblog van Santé Zeeland. Met een mooie ronde tafel sloten we een periode van vijf jaar af, waarin we zo’n dertig netwerkborrels hebben georganiseerd. Mooie bijeenkomsten, waar ik nog steeds door meerdere personen aan herinnerd word. Maar het werd tijd voor iets nieuws. Alleen de website bleef in de lucht.

    De belangstelling bleef echter. Toen ik vorig jaar een balletje opgooide en suggereerde om weer een netwerkborrel te organiseren kreeg ik veel reacties. Het is er niet van gekomen. Maar er is wel iets nieuws. Daarom stuur ik u dit bericht.

    Afgelopen zomer had ik me voorgenomen om enkele blogs te wijden aan het missiegedreven innovatiebeleid. Ik deed een dappere aanzet in twee artikelen. Ik dacht een aantal lijnen te trekken naar de relevantie van dit innovatiebeleid voor onze regio. Ik opperde om rond de afzonderlijke missies netwerkbijeenkomsten te organiseren en wat projecten op te starten. De reacties waren erg positief. Direct kreeg ik telefoontjes, mailtjes, appjes: mensen wilden meedenken en -organiseren. 

    En toch kwam het er niet van. Ik vond het lastig om de blogs te schrijven. En ik vreesde dat nieuwe netwerkbijeenkomsten meer van hetzelfde zouden brengen. Gepraat over noodzaak van innovatie. Discussies over wie erbij betrokken moeten zijn. Het zoeken naar verklaringen waarom alles zo lastig in beweging komt. Het trok mij niet meer. Ik wilde iets anders. 

    Iets anders? Inderdaad: een andere rol. Ik stond vroeg op om weer in de techniek te duiken, verdiepte me in datascience en machine learning. Ik had lol in projecten waar ik weer de ruimte kon nemen om te experimenteren. Projecten waarbinnen ik de enige was die de stekker eruit kon trekken. Met studenten van UCR en de HZ bouwde ik aan nieuwe concepten en prototypes. 

    En zo ontwikkelde zich het idee van een Digital Health Lab. Samen met University College Roosevelt heb ik besloten om een dergelijk lab te starten. Het klinkt misschien ingewikkeld. Maar eigenlijk is het lab gewoon de optelsom van onze huidige projecten en de plannen voor de toekomst. Een verzameling experimenten en ambities.

    Volgende week is de nationale ehealth week. Op dinsdag organiseren wij dan de officiële opening van het Digital Health Lab. We delen waarmee we bezig zijn en bespreken met de aanwezigen wat we voor elkaar willen en kunnen betekenen. Een inhoudelijke bijeenkomst dus. Zoals u dat gewend bent. Maar het is ook een netwerkmoment en we sluiten af met een borrel.

    U bent daarbij van harte welkom. De bijeenkomst vindt plaats op 28 januari van 14:00 in het Stadhuis op de Markt in Middelburg. U kunt zich aanmelden via www.digitalhealthlab.nl. Ook wanneer u er niet bij kunt zijn, maar wel graag geïnformeerd wordt over onze activiteiten, horen we dat graag via info@digitalhealthlab.nl.

    Het hoofdstuk ‘Santé Zeeland’ is daarmee definitief gesloten. Ik dank u allen hartelijk voor uw betrokkenheid en vertrouwen. Ik kijk er naar uit elkaar weer te ontmoeten en wellicht weer op een nieuwe wijze samen te werken aan een gezond Zeeland. Hartelijk dank en tot gauw!

    Santé!
    Arend Roos

  • Het gaat altijd om mensen

    Vandaag heb ik mijn collega’s verteld dat ik afscheid neem van de Solidarity University. Drie jaar geleden hebben Petra de Braal en ik deze organisatie opgericht. We hebben sindsdien geprobeerd haar een passende positie te geven: toegankelijk èn ambitieus, dichtbij mensen èn wetenschap. En we zijn daar vrij goed in geslaagd. Er zijn verschillende onderzoekslijnen ontwikkeld. We worden gezien als zeer deskundig op het vlak van kwalitatief onderzoek. Er zijn twee promovendi binnen het team. En boven alles: alle projecten draaien om de verhalen van mensen.

    Juist nu het voor mij tijd is om weer nieuwe wegen te verkennen, heb ik de indruk dat de Solidarity University harder nodig is dan bij haar oprichting. Ik licht dat graag toe:

    In het sociaal domein en de zorg (overigens niet alleen daar) blijkt het lastig om niet vanuit het aanbod na te denken over oplossingen. Het is een wereld waar veel bepaald en geregeld is. Die kaders bepalen sterk de taal en richting waarin mensen oplossingen zoeken. Daardoor ontstaat een werkelijkheid die steeds verder af komt te staan van de wereld waarin mensen leven voor wie die regels en kaders gemaakt zijn.

    Zo zijn de afgelopen jaren diverse documentaires en adviesrapporten verschenen die laten zien dat de gemeentelijke schuldhulpverlening slecht toegankelijk is voor grote groepen mensen. Ook in de zorg zien we dergelijke spanningen, bijvoorbeeld tussen het streven om meer ruimte te geven aan professionals en het willen registreren om inzicht te krijgen in kwaliteit en presteren.

    In dit soort spanningsvelden is de Solidarity University ontstaan en gegroeid. De medewerkers bieden een manier om te leren begrijpen waar het om draait: mensen. De lastige vragen van wet- en regelgeving worden niet uit de weg gegaan, maar in perspectief geplaatst door ze te benaderen vanuit een andere taal: die van de verhalen van mensen. Deze methode helpt om de verschillende belangen bij elkaar te brengen en te evalueren. We hebben gezien dat daar grote behoefte aan is. De mens is er immers niet om de regels?

    Er is nog een reden waarom ik blij ben dat de Solidarity University er is. Veel aanbod van diensten en producten, ook in de publieke sfeer, richt zich sterk op het individu. Dit past in een lange ontwikkeling in ons deel van de wereld met een sterke nadruk op eigen verantwoordelijkheid en zelfontplooiing. Daardoor verliezen we echter gemakkelijk uit het oog hoe sterk de rol is die verbindingen met anderen in onze levens spelen. Ons samen leven is meer dan de optelsom van alle dingen die een ieder doet. Verbondenheid, solidariteit, is een vitaal element in de bezieling van onze wereld. In de onderzoeken van de Solidarity University vormt deze verbondenheid daarom het uitgangspunt. Het geeft richting aan het in beeld krijgen van een gemeenschap of de dynamiek van een organisatie.

    Tenslotte, ik heb mij de afgelopen jaren steeds intensiever beziggehouden met de de impact van robotisering en kunstmatige intelligentie op onze werkelijkheid. Het speelveld tussen de technologische ontwikkelingen en maatschappelijke vraagstukken boeit me. Laten de huidige ontwikkelingen zich vergelijken met de verschijnselen van de industriële revolutie tweehonderd jaar geleden? Is het disruptieve element in deze innovaties slechts een groeistuip op weg naar een betere wereld of heeft het een fundamenteel ontwrichtende werking? Hoe gaan we met deze ontwikkelingen om?

    Welk standpunt je rond deze thematiek ook kiest, je kunt er niet om heen dat velen zich onzeker voelen door deze ontwikkelingen. Een proces van verandering moet op kennis gebouwd worden en heeft richting nodig. Maar welke kennis? In de Solidarity University luidt het antwoord altijd: kennis van mensen! Het is mijn overtuiging dat, juist ook in deze ontwikkelingen, de Solidarity University een belangrijke rol kan spelen. Kennis van mensen verduurzaamt het proces.

    Ik geloof daarom dat juist in de komende jaren de behoefte aan de kennis en kunde van de Solidarity University groter zal zijn dan ooit. Ik ben er trots op een rol te hebben gespeeld in haar ontstaan en ontwikkeling.

    Arend Roos

  • De jeugd is de toekomst

    Wie gaat dat betalen? Al een paar maanden draait het klimaatdebat over centjes. Heren van middelbare en hogere leeftijd bestoken elkaar met rekensommetjes. In de discussies rond het klimaatakkoord voelt een ieder zich financieel tekort gedaan. Ik heb het gevoel dat we er zo niet gaan komen. De sommetjes kloppen ongetwijfeld – daar hebben de meneren lang voor geleerd. Maar zeg nu zelf: wat zijn deze cijfertjes in het licht van de opgave waarover we het hebben?

    Het gesprek over de effecten van klimaatkeuzes wordt versmald naar onze portemonnee in de komende jaren. Dat is begrijpelijk, want politici en lobbyisten hebben zich op deze korte termijn te verantwoorden of een herverkiezing te realiseren. Daarmee lijkt de ernst van de situatie naar de achtergrond te verdwijnen. Juist daarom mogen we blij zijn met de inzet van de Zweedse Greta Thunberg. Door haar weigering naar school te gaan vroeg ze aandacht voor het belang van kinderen bij oplossingen. 

    En dat deed ze met succes. Thunbergs acties trokken wereldwijd aandacht (en navolging). Vorige week mocht zij politici en beleidsmakers toespreken tijdens de onderhandelingen in Katowice, Polen. En ze wond er geen doekjes om: ‘Jullie zeggen dat jullie van kinderen houden, maar jullie stelen hun toekomst voor hun eigen ogen.’ Daarmee legt ze bloot waar het feitelijk in veel onderhandelingen misgaat. Uit eigenbelang wordt de discussie economisch gemaakt, maar met een korte termijnperspectief. Het lijkt slechts te gaan om de directe belangen van de mensen die om tafel mogen zitten. En dat zijn mensen die decennia eerder geboren zijn dan Thunberg.  

    Het pleidooi van Thunberg legt bloot hoe beperkt de focus is van veel deelnemers in het debat. Waarde ligt in de toekomst. Als dat geen uitgangspunt is, rest ons slechts het vege lijf. Aangezien kinderen minder in de democratische melk te brokkelen hebben dan bijvoorbeeld 65-plussers wordt hun stem vaak onvoldoende gehoord. Juist door hen in het gesprek te betrekken dwingen we ons om na te denken over de leefbaarheid van onze planeet in de komende eeuw(en). Door kinderen ons te laten bevragen krijgt het klimaatgesprek een morele lading. Ecologie en economie blijken in elkaars verlengde te liggen. En waarde en waarden hebben opeens alles met elkaar te maken.

    Nu het klimaatskoord ook een regionale vertaling krijgt, ligt daar een kans om kinderen te betrekken. De kinderen, die nationaal en internationaal misschien geen stem hebben, kunnen lokaal en regionaal wel meepraten. Bijvoorbeeld via scholen. 

    Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen heeft (met andere partijen) recent een initiatief gelanceerd om hier invulling aan te geven. Dit illustere genootschap viert haart 250-jarig bestaan met een challenge voor de jeugd: De Young Energy Society Challenge. Met een financiering van de Stichting voor Zeeuwse Publieke Belangen wordt mogelijk gemaakt dat alle Zeeuwse jongeren meedenken en oplossingen aandragen voor de energietransitie.

    Ik hoop dat dit Zeeuwse initiatief slaagt. Dat veel kinderen en jongeren actief meedenken, maar vooral dat ze gehoord worden en als volwaardige partners in het gesprek gezien worden. Ik hoop dat hun betrokkenheid helpt om de energietransitie in de eerste plaats te zien als een hoopvolle opgave. Dat we van hen leren om onze heilige huisjes onder kritiek te stellen. Als netwerk ENERGIE! werken we hier graag aan mee, want we gaan ervan uit dat de fundamentele betrokkenheid van jongeren leidt tot ideeën en oplossingen, waarvoor we hen uiteindelijk dankbaar zullen zijn. 

    Arend Roos

    Dit blog is eerder gepubliceerd op www.netwerkenergie.nl