Wie gaat dat betalen? Al een paar maanden draait het klimaatdebat over centjes. Heren van middelbare en hogere leeftijd bestoken elkaar met rekensommetjes. In de discussies rond het klimaatakkoord voelt een ieder zich financieel tekort gedaan. Ik heb het gevoel dat we er zo niet gaan komen. De sommetjes kloppen ongetwijfeld – daar hebben de meneren lang voor geleerd. Maar zeg nu zelf: wat zijn deze cijfertjes in het licht van de opgave waarover we het hebben?

Het gesprek over de effecten van klimaatkeuzes wordt versmald naar onze portemonnee in de komende jaren. Dat is begrijpelijk, want politici en lobbyisten hebben zich op deze korte termijn te verantwoorden of een herverkiezing te realiseren. Daarmee lijkt de ernst van de situatie naar de achtergrond te verdwijnen. Juist daarom mogen we blij zijn met de inzet van de Zweedse Greta Thunberg. Door haar weigering naar school te gaan vroeg ze aandacht voor het belang van kinderen bij oplossingen. 

En dat deed ze met succes. Thunbergs acties trokken wereldwijd aandacht (en navolging). Vorige week mocht zij politici en beleidsmakers toespreken tijdens de onderhandelingen in Katowice, Polen. En ze wond er geen doekjes om: ‘Jullie zeggen dat jullie van kinderen houden, maar jullie stelen hun toekomst voor hun eigen ogen.’ Daarmee legt ze bloot waar het feitelijk in veel onderhandelingen misgaat. Uit eigenbelang wordt de discussie economisch gemaakt, maar met een korte termijnperspectief. Het lijkt slechts te gaan om de directe belangen van de mensen die om tafel mogen zitten. En dat zijn mensen die decennia eerder geboren zijn dan Thunberg.  

Het pleidooi van Thunberg legt bloot hoe beperkt de focus is van veel deelnemers in het debat. Waarde ligt in de toekomst. Als dat geen uitgangspunt is, rest ons slechts het vege lijf. Aangezien kinderen minder in de democratische melk te brokkelen hebben dan bijvoorbeeld 65-plussers wordt hun stem vaak onvoldoende gehoord. Juist door hen in het gesprek te betrekken dwingen we ons om na te denken over de leefbaarheid van onze planeet in de komende eeuw(en). Door kinderen ons te laten bevragen krijgt het klimaatgesprek een morele lading. Ecologie en economie blijken in elkaars verlengde te liggen. En waarde en waarden hebben opeens alles met elkaar te maken.

Nu het klimaatskoord ook een regionale vertaling krijgt, ligt daar een kans om kinderen te betrekken. De kinderen, die nationaal en internationaal misschien geen stem hebben, kunnen lokaal en regionaal wel meepraten. Bijvoorbeeld via scholen. 

Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen heeft (met andere partijen) recent een initiatief gelanceerd om hier invulling aan te geven. Dit illustere genootschap viert haart 250-jarig bestaan met een challenge voor de jeugd: De Young Energy Society Challenge. Met een financiering van de Stichting voor Zeeuwse Publieke Belangen wordt mogelijk gemaakt dat alle Zeeuwse jongeren meedenken en oplossingen aandragen voor de energietransitie.

Ik hoop dat dit Zeeuwse initiatief slaagt. Dat veel kinderen en jongeren actief meedenken, maar vooral dat ze gehoord worden en als volwaardige partners in het gesprek gezien worden. Ik hoop dat hun betrokkenheid helpt om de energietransitie in de eerste plaats te zien als een hoopvolle opgave. Dat we van hen leren om onze heilige huisjes onder kritiek te stellen. Als netwerk ENERGIE! werken we hier graag aan mee, want we gaan ervan uit dat de fundamentele betrokkenheid van jongeren leidt tot ideeën en oplossingen, waarvoor we hen uiteindelijk dankbaar zullen zijn. 

Arend Roos

Dit blog is eerder gepubliceerd op www.netwerkenergie.nl